21 okt, 2020 | Mitchell Silva | No Comments
Wat zijn de risicofactoren voor eierstokkanker?
Risicofactoren van eierstokkanker: een algemene visie
Een risicofactor is alles wat de kans op het ontstaan of de ontwikkeling van een ziekte vergroot. Hoewel bepaalde risicofactoren invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van eierstokkanker, zijn de meeste factoren niet direct verantwoordelijk voor de vorming van de tumor. Het hebben van een risicofactor, of zelfs meerdere risicofactoren, betekent niet dat de ziekte zich zal ontwikkelen. Los investigadores han descubierto varios de estos factores que modifican la probabilidad de que una mujer desarrolle un cáncer de ovario.
De volgende zijn enkele risicofactoren:
Edad:
Het risico om een eierstokkanker te krijgen neemt toe met de leeftijd. Het komt weinig voor bij vrouwen jonger dan 40 jaar, en de meerderheid van de eierstokkankers ontwikkelt zich na de menopauze. De meeste eierstokken komen voor bij vrouwen tussen de 50 en 60 jaar.
Familiale voorouders:
De kans dat een eierstokontsteking zich ontwikkelt is groter als bij een bekende eierstokontsteking is vastgesteld. Het risico neemt toe wanneer de moeder, de dochter of de moeder een eierstokaandoening heeft of heeft gehad.
Obesitas:
Al parecer Parece las mujeres obesas, es decir, las que tienen un índice de masa corporal de almenos 30, tienen un mayor riesgo de desarrollar cáncer de ovario.
Voortplantingsgeschiedenis:
Vrouwen die zwanger zijn geweest hebben een grotere kans op het ontwikkelen van ovariumkanker dan vrouwen die dat niet zijn geweest. Vrouwen die zwanger zijn geweest en een kind hebben gekregen voor hun 26e hebben een grotere kans op eierstokkanker dan vrouwen die ouder zijn dan 35 jaar. La lactancia materna vermindert ook het risico op het ontwikkelen van eierstokkanker.
Controle van de natuurlijke gezondheid:
Vrouwen die orale anticonceptiva hebben gebruikt, lopen een groter risico op eierstokkanker. Het risico is groter naarmate de pillen langer worden gebruikt.
Lichaams- en hormoontherapie
Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat vrouwen die na de menopauze nog estrógenen gebruiken, een grotere kans hebben om eierstokkanker te ontwikkelen. Dit risico is het grootst bij vrouwen die al vele jaren (minstens 5 tot 10 jaar) alleen hormonen gebruiken.
Síndrome de cáncer de mama y ovario hereditario:
Het vererven van mutaties in de genen BRCA1 en BRCA2 houdt verband met een grotere kans op het ontwikkelen van kanker van de moeder en de eierstok. De mutaties in BRCA1 en BRCA2 zijn ook verantwoordelijk voor de meerderheid van de erfelijke eierstokken.
Somatisch tumorhormoon PTEN
Dit syndroom, ook wel bekend als de Cowden-aandoening, tast voornamelijk de tiroïdea glándula en de mamma aan, wat cáncer de tiroides y de mama veroorzaakt. Sin embargo, las mujeres tienen un mayor riesgo de desarrollar cáncer de ovario, que está causado por una mutación hereditaria en el gen PTEN.
Syndroom van Lynch:
Het Lynch-syndroom wordt ook wel cáncer colorrectal hereditario sin poliposis genoemd. Vrouwen met het Lynch-syndroom hebben een grotere kans om een kankergezwel te krijgen in de dikke darm, het middenrif, de baarmoeder en de eierstokken.
Síndroom de Peutz-Jeghers (SPJ)
Mensen met SPJ krijgen tijdens hun adolescentie slijmvliesontstekingen in het maag-darmkanaal. Hierdoor lopen ze een groter risico op het ontwikkelen van maag- en darmkanker en eierstokkanker.
Persoonlijke voorgeschiedenis van mammacarcinoom
Als je in het verleden een mammacarcinoom hebt gehad, heb je een grotere kans om een ovariumcarcinoom te krijgen. Het risico op het ontwikkelen van een eierstokaandoening is ook hoog als je familiaire antecedenten van mammacarcinoom hebt.
Fuentes:
http://www.cancer.org/cancer/ovariancancer/detailedguide/ovarian-cancer-risk-factors
http://www.cancer.net/cancer-types/ovarian-cancer/risk-factors-and-prevention